Het Expertisebureau G.L.Berk uit Nederhorst den Berg heeft het ontwerp en de bouw van de Baarda zeegrundel beoordeeld (datum onbekend). Als punten van verbetering wordt gerapporteerd dat er licht in de slaaphut zou moeten komen en dat het vlak zou kunnen worden benut om levensmiddelen op natuurlijke wijze te koelen. De zitbanken vindt men te laag, waardoor niet goed naar buiten gekeken kan worden. Verhoogde zitbanken zouden ook meer bergruimte in de kisten onder de banken geven. Berk vindt dat het schip op warme dagen onvoldoende ‘door tocht’ en adviseert meer openslaande ramen.
Men vindt dat het stokanker bij zwaar weer niet goed voldoet en adviseert een zwaarder anker te plaatsen. Wel kan men met het stokanker ‘krabbend’ varen, zowel voor- als achteruit.
Men adviseert de vlaggenstokhouder op het roer te monteren en niet op het helmhout.
Wat de zwaarden betreft, men vindt deze onvoldoende ‘zinks’ en adviseert deze van een zwaarder beslag te voorzien, zodat ze minder de neiging tot drijven vertonen. De uitvoering van de kooien zou wat gewijzigd moeten worden en het helmhout zou wat minder strak om het roer moeten klemmen. Het gebruik van vloeibaar hout om (schroef)gaten af te stoppen wordt om esthetische redenen afgeraden. Berk vindt de hiervoor genoemde punten eigenlijk maar details en brengt als echt bezwaar naar voren dat het schip te bol in de taille is waardoor de zwaarden te ver uitsteken en gemakkelijk kunnen beschadigen.
Berk vindt echter beslist dat het schip aan alle gestelde eisen voldoet en dat de verwachtingen, die door de bouwer zijn gewekt, waargemaakt worden.
De Koninklijke Nederlands Toeristenbond ANWB heeft in november 1973 op verzoek van Baarda Jachtbouw een rapport van expertise en taxatie opgesteld van het ‘stalen platbodem kajuitzeiljacht Pastorale’ van 9,00 m bij 3,30 m.
Men vindt het jacht goed van model en verwacht goede vaareigenschappen; het schip wordt geschikt bevonden voor het varen op ruim water als IJsselmeer, Zeeuwse Stromen en Waddenzee.
In de dooskiel wordt veel water aangetroffen; omdat men denkt dat dit langs de zwaardklampen naar binnen is gelekt, wordt geadviseerd de zwaardklampen af te kitten tegen de scheepshuid.
Zowel de constructie als de toegepaste materialen en de staat waarin de ‘Pastorale’ verkeert, worden uitgebreid beschreven en als bruikbaar omschreven.
Zie Rapporten Testrapporten
Het Expertisebureau G.L.Berk uit Nederhorst den Berg heeft het ontwerp en de bouw van de Baarda zeegrundel beoordeeld (datum onbekend). Als punten van verbetering wordt gerapporteerd dat er licht in de slaaphut zou moeten komen en dat het vlak zou kunnen worden benut om levensmiddelen op natuurlijke wijze te koelen. De zitbanken vindt men te laag, waardoor niet goed naar buiten gekeken kan worden. Verhoogde zitbanken zouden ook meer bergruimte in de kisten onder de banken geven. Berk vindt dat het schip op warme dagen onvoldoende ‘door tocht’ en adviseert meer openslaande ramen.
Men vindt dat het stokanker bij zwaar weer niet goed voldoet en adviseert een zwaarder anker te plaatsen. Wel kan men met het stokanker ‘krabbend’ varen, zowel voor- als achteruit.
Men adviseert de vlaggenstokhouder op het roer te monteren en niet op het helmhout.
Wat de zwaarden betreft, men vindt deze onvoldoende ‘zinks’ en adviseert deze van een zwaarder beslag te voorzien, zodat ze minder de neiging tot drijven vertonen. De uitvoering van de kooien zou wat gewijzigd moeten worden en het helmhout zou wat minder strak om het roer moeten klemmen. Het gebruik van vloeibaar hout om (schroef)gaten af te stoppen wordt om esthetische redenen afgeraden. Berk vindt de hiervoor genoemde punten eigenlijk maar details en brengt als echt bezwaar naar voren dat het schip te bol in de taille is waardoor de zwaarden te ver uitsteken en gemakkelijk kunnen beschadigen.
Berk vindt echter beslist dat het schip aan alle gestelde eisen voldoet en dat de verwachtingen, die door de bouwer zijn gewekt, waargemaakt worden.
De Koninklijke Nederlands Toeristenbond ANWB heeft in november 1973 op verzoek van Baarda Jachtbouw een rapport van expertise en taxatie opgesteld van het ‘stalen platbodem kajuitzeiljacht Pastorale’ van 9,00 m bij 3,30 m.
Men vindt het jacht goed van model en verwacht goede vaareigenschappen; het schip wordt geschikt bevonden voor het varen op ruim water als IJsselmeer, Zeeuwse Stromen en Waddenzee.
In de dooskiel wordt veel water aangetroffen; omdat men denkt dat dit langs de zwaardklampen naar binnen is gelekt, wordt geadviseerd de zwaardklampen af te kitten tegen de scheepshuid.
Zowel de constructie als de toegepaste materialen en de staat waarin de ‘Pastorale’ verkeert, worden uitgebreid beschreven en als bruikbaar omschreven.